De Shunosaurus leefde in het Midden Jura, dit was zo een 180-154 miljoen jaar geleden. Hij was een kleinere voorouder van de latere reusachtige sauropoda (grote dinosaurussen met lange nek).
De eerste Shunosaurus fossielen zijn gevonden in China. Dit was aan het begin van de jaren 80 van de twintigste eeuw. Zijn resten werden gevonden in Tibet bij een bergachtige rand.
Toen de Shunosaurus nog in leven was in het Midden Jura, bestond de wereld uit een grote landmassa. Dit is later uit elkaar gevallen waardoor er meerdere werelddelen zijn ontstaan.
20 complete Shunosaurus fossielen
Inmiddels hebben ze in China meer dan twintig bijna complete fossielen kunnen vinden. Dit maakt deze dinosaurus een van de best onderzochte sauropoda fossielen. In veel oudere boeken wordt deze vroege voorouder afgebeeld zonder zijn inmiddels bekende staartknots.
Dit komt doordat er tijdens de eerste vondsten van zijn fossiel deze niet compleet waren. Er misten delen van de staart en pas later kwamen wetenschappers erachter dat deze kleinere langnek een gevaarlijke staartknots had.
De staartknots van de Shunosaurus
Deze werd gebruikt om zichzelf te beschermen tegen vijanden. Hij kon er flinke slagen mee uitdelen en vijanden hiermee verjagen of zélfs doden. Ook wordt er gedacht dat hij met zijn staart kon communiceren met zijn kudde.
De knots kon zweepslagen hebben gemaakt op de grond om anderen te waarschuwen voor gevaar. Ook wordt er gedacht dat hij met slagen op de grond ‘sprak’ met de andere dieren in zijn kudde.
Shunosaurus en voedsel
De Shunosaurus was een grote planteneter die ontzettend veel plantaardig voedsel moest eten om in leven te blijven. Hij voedde zich onder meer met coniferen, onkruid zoals ‘paardenstaarten’, varen en andere plantensoorten.
Dit voedsel verteerde langzaam en bevatte niet veel voedingsstoffen. Waardoor hij waarschijnlijk een groot deel van zijn tijd doorbracht met het zoeken naar- en het eten van planten.
Het uiterlijk van de Shunosaurus
De Shunosaurus is vooral te herkennen aan zijn unieke staartknots met stekels. Niet veel Sauropoda hadden middelen om zichzelf te beschermen en doordat de Shunosaurus veel kleiner was dan de giganten die later op aarde leefden, was zijn staartknots een belangrijk deel van zijn lichaam.
Zijn staart diende niet alleen als verdediging en middels om te kunnen communiceren. Het bood het dier ook tegenwicht voor zijn lange en zware nek. Zijn lichaam was groot, hij kon wel 12 meter lang worden en woog ongeveer 12 ton. Net als anderen sauropoda had deze eerdere langnek een kleine kop.
De sauropoda hadden een kleine kop omdat een zware, grote kop niet erg goed zou samen gaan met zijn lange nek. Het gewicht zou dan de te zwaar zijn geweest en bovendien was hij met zijn kleine kop makkelijker in staat om tussen takken bladeren af te kunnen bijten.
Shunosaurus jongen
Deze bijzonder sauropoda plantte zich voort door eieren te leggen. Wat zijn jongen erg kwetsbaar moet hebben gemaakt. Veel roofdinosaurussen aten namelijk eieren en jonge pas uitgekomen dieren.