De Kentrosaurus leefde in het Late Jutra dit was ongeveer 154-144 miljoen jaar geleden. Het was een grote planteneter die door Afrika zwierf.
De eerste en enige fossielen van de Kentrosaurus werden gevonden in het Tendagurugebied in Tanzania. Dit gebied ligt in Oost-Afrika en tijdens expedities tussen het jaar 1909 en 1913 werden onder leiding van de Duitse paleontoloog Werner Janensch diverse resten aangetroffen van deze bijzonder uitziende planteneter.
Deze expedities werden gedaan door een team van het Museum voor Natuurlijke Historie uit Berlijn. In totaal is er door het team 248 ton aan fossielen van meerdere soorten gevonden.
Kentrosaurus een dodelijke planteneter
De Kentrosaurus leek door zijn gevaarlijke uiterlijk meer op een moordende vleeseter. Toch was het enige voedsel dat hij at plantaardig. Vooral laag groeiende planten hadden zijn grote voorkeur. Hij was langzaam en zijn lichaam was vrij log.
Kentrosaurus dodelijke vergissing voor roofdinosaurussen
Hierdoor hadden veel roofdieren zoals de gevaarlijke Allosaurus het idee dat de Kentrosaurus een gemakkelijk prooi was. Deze vergissing moesten sommigen van hen met de dood bekopen.
Met zijn staart kon hij dodelijke klappen uitdelen. Waarbij gemene wonden werden toegebracht met zijn lange stekels.
Het uiterlijk van de Kentrosaurus
De Kentrosaurus werd maximaal 6 meter lang en woog rond de 2,2 ton. Door zijn bijzondere stekels heeft hij zijn naam gekregen, deze betekent ‘hagedis met stekels’.
Over zijn lichaam was hij bedekt met vele hoornplaten, deze waren waarschijnlijk bedoelt om zichzelf warm te kunnen houden. Met zijn hoornplaten nam hij warmte van de zon op.
Kentrosaurus had een snavelachtige bek
Deze dinosaurus had een kleine kop en zijn hersenen hadden de grootte van een pruim. Het deel van de hersenen wat zijn reukvermogen regelde was vrij groot. Dat vertelt ons dat hij goed kon ruiken en ook een erg gevoelige had.
Ook had een apart uitziende bek. Deze leek namelijk op een snavel en er zaten geen tanden in. Ze waren erg geschikt om bladeren af te scheuren. Doordat de Kentrosaurus geen vrijwel tanden had, slechts een paar kleine en zwakke achterin zijn bek.
Slikte hij waarschijnlijk stenen door om zijn eten fijn te krijgen. Krokodillen doen dit ook nog steeds en het is een effectieve manier om voedsel te vermalen.
De stekels van de Kentrosaurus
De stekels van deze planteneter bestonden uit benige rugplaten. Deze liepen over zijn hele lichaam vanaf zijn kop tot aan zijn staart. In de buurt van zijn staart waren ze langer en dit maakte ze geschikt om zichzelf mee te kunnen beschermen.
Er wordt gedacht dat deze planteneter zijn vijanden eerste waarschuwde met een luide brul in de hoop ze af te schrikken. Pas al dat niet lukte ging hij in de verdediging en kon het dodelijk aflopen als hij zijn vijanden doorspieste met zijn scherpe hoorns.